· 

Hemelse verhalen



Lees hier een verhaal

uit het boek

Hemelse verhalen



*** Het Elfenmeisje ***

 

Heel ver hier vandaan woonde er in het Elfen-rijk een heel klein Elfenmeisje.

Haar huid was zo wit als sneeuw en haar haren waren als gouden draden. 

Haar stem klonk als een nachtegaal en als het Elfje begon te zingen, was heel het Elfenvolk stil en luisterde naar haar mooie stem. Iedereen kende dit Elfenmeisje. 

Het Elfje zong dan ook elke avond bij zonsondergang.

En dat betekende voor het hele Elfenvolk dat de dag erop zat en dat ze konden gaan slapen.

Maar ook bij zonsopgang zong het Elfje, dit betekende dat de dag begonnen was.

Elke dag zong het meisje en iedereen was blij dat het begin en het einde van de dag met haar gezang begon. Maar op een dag had het meisje er geen zin meer in. 

Haar taak werd te zwaar voor haar.

Het was nog donker en iedereen lag te slapen en zij moest haar bedje al uit.

Maar het meisje was te moe en kon haar bedje niet meer uit komen. Maar ze moest!

Ze probeerde zichzelf naar die plek toe te slepen, waar ze elke morgen en avond stond te zingen.

Het was één van de mooiste plekken hier in Elfenland.

Een plek boven op de top van een berg, waar ze over het hele Elfenvolk heen kon kijken.

Elke dag, twee keer deze berg op klimmen en ook weer naar beneden, was haar te veel geworden.

Het was donker en het meisje sleepte zichzelf de berg op. 

De sterren stonden nog hoog in het nachtelijk uur en de maan was vol deze nacht. 

Ze was zo moe en met haar kleine voetjes stapte ze langzaam stapje voor stapje verder de berg op.

Er was niet veel tijd meer en dan zou de zon opkomen en dan moest ze weer gaan zingen.

Maar haar beentjes konden niet sneller. Het meisje kreeg tranen in haar ogen en één voor één vielen de tranen op de rotsachtige grond. Bij iedere druppel die op de grond viel, groeide er een witte roos.

Het meisje wist niet dat het gebeurde en klauterde huilend verder.

Haar voetjes deden pijn en langzaam kwam er bloed uit haar voetjes en drong in het grove zand.

Maar op de plaatsen waar haar voetjes hadden gelopen, groeide witte lelies.

Het begon al bijna licht te worden en het meisje was er nog steeds niet.

Ze keek om hoog naar dat stuk berg wat ze nog moest klimmen en besefte dat ze te laat was.

Ze keek in het dal en zag dat het nog stil was. 

Niemand wist dat zij hier op de berg moe en verdrietig was.

Niemand die aan haar dacht. Ja, alleen als ze wakker werden en wanneer ze naar bed gingen, dan dachten ze aan haar. Het meisje keek verder het dal in en zag licht uit één van de huisjes komen.

‘Maar wat is dit!’ zei het meisje. ‘Waarom is deze Elf al wakker? 

Ik ben toch de Elf die iedereen wakker maakt, hoe is het mogelijk dat deze elf ook al wakker is?

Het kan toch niet zo wezen dat ik elke keer voor niets deze berg op klim, terwijl iedereen uit zichzelf wakker kan worden?’

‘Vreemd’ dacht het meisje, ‘iedereen kan zelf wakker worden, dus ik ben niet meer nodig.

Dus ik kan mijn taak op geven en genieten van mijn leven die ik hier heb’, dacht het Elfenmeisje en ze stopte gelijk met lopen. Ze draaide zich om ging terug naar beneden.

Terwijl ze op haar terugweg was, kwam ze bloemen tegen, prachtige witte bloemen en ze kreeg het idee om hier vandaag te blijven.

Het was een prachtig weer, het meisje bleef op de berg en genoot van haar vrije dag.

Maar opeens schrok ze op. ‘Maar hoe kan dat? Ik heb nog helemaal geen stemmen gehoord, ik heb nog geen gelach gehoord, ik heb nog helemaal niets gehoord daar beneden in de vallei!!

Ik maak ze wakker ja, maar als er één wakker is, zal de rest toch ook wel wakker worden of had ze dit nu mis?’ Maar het hele Elfenvolk was nog in een diepe slaap.

‘Het kon toch niet waar zijn dat iedereen nog sliep en ik en dat Elfje dat daar in het huisje, waar vanmorgen het licht nog brandde, de enige zijn die wakker waren?’

Het kleine Elfje wilde weten wat er aan de hand was. 

Ze rende de berg af en liep regelrecht naar het huisje van de oude Elf. 

De oude Elf zat op een bankje voor zijn huisje en had het meisje al aanzien komen. 

Het meisje was volledig uitgeput toen ze aankwam en de oude Elf had een groot glas vruchtensap ingeschonken. Ze moest even op adem komen voordat ze de oude Elf vragen kon stellen.

De oude elf lachte naar haar en begon uit zichzelf te vertellen waarom hij al wakker was geworden.

Na enige uitleg wat wij als lezer niet mogen weten, begreep het Elfenmeisje

waarom de andere Elfen nog sliepen.

Ze bedankte de oude Elf en rende naar haar huisje. 

Daar aangekomen begon ze spulletjes bij elkaar te zoeken en in te pakken. 

Ze besloot weer die berg op te klimmen, maar nu met opgeheven hoofd en zonder pijn en verdriet. 

Boven op de berg begon het meisje een huisje te bouwen, een huisje voor haar alleen. 

En net voordat het klaar was, begon de zon onder te gaan. 

Het was nu niet zo slim om het Elfenvolk wakker te gaan zingen en het Elfenmeisje ging genieten van haar zelfgebouwde huisje en van een welverdiende nachtrust. 

Net voor zonsopgang werd het kleine Elfje wakker.

Ze rekte zich uit en liep langzaam naar buiten en keek naar het Elfenvolk.

Beneden in het dal zag ze licht branden in het huisje van de oude Elf.

Het meisje begon te lachen en langzaamaan begon ze te zingen,

zo zuiver dat zelfs de vogels er stil van waren.

 

© Jolanda Rhijnsburger

 

Reactie schrijven

Commentaren: 0